Uitstraling:
Lichtdoorlaatbaarheid – De structuur en het productieprocedé bepalen of kunststoffen glashelder, transparant of ondoorzichtig (opaak) worden. Vaak worden ze echter reeds bij de productie in de massa gekleurd.
Opaak.
De kunststof is lichtdicht en ondoorzichtig. De lichtdoorlatendheid van een opake kunststof gaat naar nul. De vakterm “opaciteit” betekent het tegenovergestelde van transparant, d.w.z. geringe transparantie.
Opaal.
Opaal Acryl. melkwitte kunststof plaat, die gedeeltelijk doorzichtig is. Ideaal om het licht voor de lamp te breken, zie hiervoor ook de term Difuus.
Difuus.
Diffusie is lichtstrooiing. De meest voorkomende eis bij lichtdiffusers is dat de puntjes van de leds niet meer zichtbaar moeten zijn. Maar dat is niet genoeg. Het lichtvlak moet ook egaal zijn.
Lichttransmissie uitgelegd
De lichttransmissie van een kunststofplaat geeft aan hoeveel procent van het licht door het materiaal heen gaat. Hoe hoger dit percentage, hoe helderder en transparanter het materiaal oogt. Ter vergelijking: standaard glas heeft een lichttransmissie van ongeveer 90–92%. Kunststoffen met een transmissie van >92% zijn dus net zo helder of zelfs helderder dan glas.
Bij een transmissie van 60–80% laat de plaat nog steeds veel licht door, maar oogt het materiaal matter of licht getint. Dat kan gewenst zijn bij toepassingen zoals lichtbakken of privacywanden. Bij een lagere waarde, bijvoorbeeld 30–50%, wordt het materiaal duidelijk minder doorzichtig en ontstaat een melkachtig of diffuus effect. Onder de 20% is een plaat in de praktijk vrijwel ondoorzichtig en meer geschikt voor decoratieve of technische toepassingen waar lichtdoorlaat geen rol speelt.



